Warm-bouwen is een alternatief voor thermische isolatie.
Warm-bouwen is een installatietechniek die zich manifesteert als thermische isolatie. Door de temperatuur van de gebouwschil op bijna 20 °C te houden blokkeert het warmteverlies naar buiten ook. Het temperatuurverschil met de verwarmde zone (19-21 °C) is dan namelijk gering. De benodigde warmte daarvoor moet dan wel volledig hernieuwbaar zijn of zeer energie-efficiënt worden opgewekt.
De gebouwschil wordt op temperatuur gehouden door een constructielaag met watervoerende afgifteleidingen. De energetische prestatie van warm-bouwen varieert naar gelang de omstandigheden en moet daarom worden beoordeeld als gemiddelde over een stookseizoen. De energetische prestatie van warm-bouwen hangt af van de volgende zaken:
- Energie-efficiëntie en regeling van de circulatiepompen voor de warmtebron en de warmtevoerende afgifteleidingen
- Verhouding in warmteweerstand aan weerszijden van de laag met de warmtevoerende afgifteleidingen
- Binnentemperatuur
Het voordeel van warm-bouwen is minder ruimtebeslag in vergelijking met de dikte van thermische isolatie met dezelfde thermische prestatie. Warm-bouwen komt het meest tot zijn recht in bestaande gebouwen met thermische massa in de gevels en/of die niet of lastig zijn te voorzien van thermische isolatie aan de buitenzijde. Andere voordelen van warm-bouwen zijn:
- Koudebruggen in de gebouwschil worden effectief opgelost inherent aan het principe, zijnde het verwarmen van de gebouwschil.
- Ruimtes blijven koeler in de zomer. Warm-bouwen is dan inactief en de warmteweerstand van de (dunnere) constructie is dan weer gebaseerd op enkel de materiaaleigenschappen ervan. Eventueel kan warm-bouwen in de zomer zelfs actief worden ingezet als koeling.
De werking van warm-bouwen is uitgebreid onderzocht. Lees meer.