Warm-bouwen, een alternatief voor thermische isolatiematerialen

Warm-bouwen is de toevoer van laagwaardige warmte (15-20°C) aan de gebouwschil. Warm-bouwen kan leiden tot een besparing van 30% primaire energie voor ruimteverwarming ten opzichte van dezelfde equivalente warmteweerstand van de constructie zónder warm-bouwen. Ondiepe geothermie tot 500 m of een andere hernieuwbare warmtebron is hierbij een belangrijke sleutel. Warm-bouwen kent minder ruimtebeslag ten opzichte van gelijkwaardige conventionele thermische isolatie met dezelfde equivalente. De techniek is daarom vooral interessant bij bestaande gebouwen. Bij warm-bouwen is er geen risico op inwendige condensatie (aan de koude zijde van de thermische isolatie) inherent aan het principe ervan. Zo wordt schade voorkomen aan vochtgevoelige materialen in de gebouwschil waarvoor anders lastig uit te voeren luchtdichting aan de binnenzijde noodzakelijk zou zijn. Het artikel beschrijft de werking van warm-bouwen en de kwantificering van de fysische en energetische prestaties.
Bouwfysica VOL. 32 2019-1, 2019 – Lees het volledige artikel.

Eigenschappen Geofort benut voor beter binnenklimaat

Het klimaat van het GeoFort in Herwijnen kampte met een matig binnenklimaat door beperkte mechanische ventilatie en een hoge zonbelasting via het atrium. De situatie kon aanzienlijk worden verbeterd dankzij de benutting van de grote thermische massa van het fort in combinatie met zonwerende folie en meer natuurlijke ventilatie van het atrium. Actieve koeling was daardoor niet nodig. Daar staat wel tegenover dat de warmtevraag iets toeneemt.
Bouwwereld 2014-11, 2014 – Lees het volledige artikel.

Naar een opnieuw verbeterde graaddagenmethode

Sinds 1984 wordt in Nederland gebruik gemaakt van weegfactoren voor graaddagen. De weegfactoren verdisconteren met name de invloed van passieve zonne-energie voor het schatten van de totale warmtevraag in een bepaalde periode. Door de verbetering van de isolatiegraad en de energie-efficiëntie van woningen verschuift de verhouding tussen de warmtevraag voor ruimteverwarming en die voor warm tapwater. Op basis van gemeten warmteverbruik zijn de weegfactoren bepaald voor energiezuinige woningen in het Columbuskwartier en Noorderplassen-west in Almere. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen de weegfactoren voor alleen ruimteverwarming en de weegfactoren voor ruimteverwarming en warm tapwater samen.
Bouwfysica VOL. 26, 2013-4, 2014 – Lees het volledige artikel.

Rijp én groen & Opgewekt met duurzame energie

Monumentale en andere historische gebouwen mogen minder goed thermisch zijn geïsoleerd of zijn te isoleren, dat betekent nog niet dat ze minder duurzaam zijn of hoeven te zijn dan nieuwbouw. Wanneer de zogeheten intrinsieke of embedded energie wordt meegenomen, dan hebben historische gebouwen een voorsprong. De intrinsieke of embedded energie is verbonden aan de oprichting van een gebouw, nog voor het eerste gebruik. Historische gebouwen en hun materialen zijn namelijk destijds tot stand gekomen zonder dat daarvoor veel fossiele brandstoffen nodig waren, noch voor arbeid noch voor transport. Dat energetische voordeel staat tegenover de vaak grotere warmtevraag van historische gebouwen. Indien een historische gebouw wordt voorzien van een energie-efficiënte verwarmingsinstallatie en enige thermische isolatie, dan kan de energetisch terugverdientijd van het alternatief, zijnde een vergelijkbare nieuwbouwwoning, oplopen tot 40 jaar als gevolg van de benodigde fossiele energie die is verbonden aan de realisatie van de nieuwbouw nog voordat het in gebruik wordt genomen.
Duurzaam erfgoed, Ven, H. van de (eindredactie), Rijksdienst Cultureel Erfgoed / Terra Lannoo, 2011

De invloed van bewonersgedrag bij energiezuinige woningen

Bewonersgedrag leidt bij energiezuinige woningen tot grote(re) verschillen in het energiegebruik voor ruimteverwarming en in comfort. Een gestandaardiseerd bewonersgedrag zoals in de energieprestatienorm doet hieraan geen recht. Het artikel verkent de gevolgen van verschillend ventilatiegedrag en verschillende setpoints voor verwarmen.
Bouwfysica, VOL. 24, 2011-3 – Lees het volledige artikel.

Regelstrategie van energiezuinige gebouwen

Transmissie- en ventilatieverliezen vormen een steeds kleiner deel van het energiegebruik in gebouwen door thermische isolatie en warmteterugwinning. De energieprestatie wordt steeds meer bepaald door de bedrijfsgebonden energieverbruiken (verlichting, elektrische apparaten) die naar voren komen als interne warmtelast. Een juiste inschatting hiervan helpt om de werkelijke warmte- en/of koudevraag nauwkeurig te bepalen. Zo kan de inzet van verschillende opwekkingstechnieken voor warmte en/of koude beter worden geoptimaliseerd.
Verwarming & Ventilatie, januari 2009 – Lees het volledige artikel.

Individual home-owners, energy-education and PV-performance guarantee

A serie of 15 individual owned houses at the Pieter Christiaanpark in Leeuwarden are designed to become energyneutral. All houses are provided with a high level of thermal insulation, large grid-connected photovoltaic systems and a solar domestic hot water system. The design is only potentially energyneutral. The ultimate success depends on the behavior of the occupants. Therefore a scheme is put up to inform and educate the home-owners. The goal is to learn the home-owners how to properly use new technologies in energyneutral houses without compromising their comfort. The production of renewable electricity is independent of user-behavior. A performance quarantee  of the PV-system takes into account actual solar irradiation and shading.
NorthSun2001-proceedings, mei 2001 – Lees het volledige artikel.

Aardtunnelventilatie, koelen en verwarmen van ventilatielucht via de bodem

Een aardtunnel is een buis(stelsel) op zekere diepte in de grond waar ventilatielucht door wordt aangevoerd. De passerende lucht wisselt warmte uit met de grond. Door de warmte-uitwisseling worden vooral kortstondige temperatuurfluctuaties uitgedempt. In de zomer koelt de lucht af en in de winter warmt ze op. Aardtunnelventilatie dempt als het ware de invloed van het buitenklimaat. De werking is vergelijkbaar met het effect van gebouwmassa. Een analytisch model voor een enkele aardtunnel wordt beschreven waarbij de invloed van de warmtecapaciteit van de omringende grond is meegenomen. De invloed van meerdere aardtunnels naast elkaar is inzichtelijk gemaakt via metingen.
Bouwfysica, VOL.6, 1995-3, december 1995 – Lees het volledige artikel.