De werking van warm-bouwen is hetzelfde als die van thermische isolatiematerialen. Warm-bouwen blokkeert de warmtestroom van binnen naar buiten. Warm-bouwen doet dat door de temperatuur van de gebouwschil te verhogen. Vooral steenachtige gevels zijn geschikt voor warm-bouwen omdat de thermische massa daarvan de benodigde pompcapaciteit dempt. Met dynamische gebouwsimulatie is het thermische gedrag van de constructie en de installatieregeling van warm-bouwen in beeld gebracht in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en SBRCURNet.

Doordat het effect afhangt van de temperatuur (in de actieve laag) van de gebouwschil, is er sprake van een zogeheten dynamische gevelisolatie. Het effect van warm-bouwen kan worden vertaald naar een hefboom op de warmte­weerstand van de gevelconstructie waarbij het wordt toegepast. Drie hefbomen voor warm-bouwen worden onderscheiden:

  • De hefboom op de warmteweerstand van de gevel zelf in vergelijking met dezelfde gevel zonder warm-bouwen. Dit is de hefboom op persoonlijke niveau (comfort).
  • De hefboom op de warmteweerstand van de gevel waarin alle benodigde energie voor het op temperatuur brengen van de actieve laag is verdisconteerd. Dit is de hefboom op systeemniveau (energievraag).
  • De hefboom op de warmteweerstand van de gevel waarin alle benodigde primaire energie voor het op temperatuur brengen van de actieve laag is verdisconteerd. Dit is de hefboom op planetair niveau (primaire energievraag).

Een hefboom groter dan 1 levert een besparing of verbetering. Een hefboom op planetair niveau groter dan 1 kan alleen worden bereikt met een volledig hernieuwbare warmtebron of met een warmte­bron met een hoge primaire energie-efficiëntie.

Ondiepe geothermie tot 500 meter diep is voor warm-bouwen een interessante warmtebron, want continu beschikbaar. De bodemtemperatuur op deze diepte (20-23 °C) is direct geschikt voor warm-bouwen zonder aanvullende installatie­techniek zoals een warmtepomp of een zonneboiler. Door de grote diepte is de warmtebron wel lastig te bereiken. Alleen de circulatie­pomp(en) vraagt dan nog (fossiele) energie. Een warmtepomp, als alternatieve warmtebron, heeft weliswaar een hoog energetisch rendement bij de productie van 20-23 °C. Maar voor bepaalde constructies is desondanks nog zoveel elektriciteit nodig voor de warmtepomp dat de hefboom ook kleiner dan 1 kan zijn.

Warm-bouwen geeft synergie met een laag temperatuur warmtenet doordat de uitkoeling van het warmtenet ermee kan worden vergroot. Daarmee is een kleinere leidingdiameter voor hetzelfde verwarmingsvermogen mogelijk of kan meer verwarmingsvermogen worden geleverd. Warm-bouwen benut dan bijvoorbeeld de retourtemperatuur van de ruimteverwarming.

Het bereik in het temperatuurverloop in een winterweek voor de situatie zonder en met warm-bouwen in een steensmuur met 40 mm hout/cellulose-isolatie aan de binnenzijde. De actieve laag van warm-bouwen in de constructie bevindt zich op de witte, verticale stippellijn.

Download het rapport over de energetische prestaties van warm-bouwen (juli 2018)